Wil je dat je tekst lekkerder leest? Dan heb ik een supereenvoudige truc voor je! Draai gewoon twee woorden om en voila!
Welke woorden omdraaien?
Vaak schrijven mensen eerst het voltooid deelwoord en daarna het hulpwerkwoord. (Straks meer over welke woorden dit ook alweer zijn. Hang in there.) Die volgorde is prima. Niks mis mee. Maar weet je wat? Je tekst leest nóg lekkerder als je de woorden omdraait. Onze hersenen verwerken de zin dan sneller.
Wat is een werkwoord?
Dus, je hebt werkwoorden. Dat zijn gewoon woorden die acties, situaties of processen beschrijven. Voorbeelden hiervan zijn fietsen, koken, hebben, willen, verbeteren en ontspannen. In één zin kunnen meerdere werkwoorden staan.
Wat is een hulpwerkwoord?
Wist je dat er ook werkwoorden zijn die super behulpzaam zijn? Ze zorgen ervoor dat het hoofdwerkwoord beter opvalt.
Deze hulpwerkwoorden veranderen eigenlijk ook de betekenis van het hoofdwerkwoord. Ze zorgen ervoor dat de zin bijvoorbeeld over een andere tijd gaat. Of dat je mening duidelijk wordt. Een paar van die hulpjes zijn: hebben, zullen, kunnen en mogen.
Voorbeelden van hulpwerkwoorden
- Het virus zou kunnen verdwijnen.
- Zullen we weer gewoon schooltje gaan spelen?
- Je mag weleens opschieten!
Wat is een voltooid deelwoord?
Een voltooid deelwoord is een werkwoord. Maar dan in de vorm dat iets is afgesloten. Of voltooid, vandaar de naam. Een voltooid deelwoord begint meestal met ge. En soms met be, ver, ont, of her. Het woord gaat altijd samen met een hulpwerkwoord. In de volgende zinnen zijn de blauwe woorden de voltooid deelwoorden. En de groene de hulpjes.
Voorbeelden van voltooid deelwoorden
- Op Instagram zien we hoe Maxime en Leroy vannacht de boel op stelten gezet hebben.
- Meneer wil met een busje vervoerd worden.
- Het is weleens zo dat de jurk van A tot Z voor haar gemaakt wordt.
De beste volgorde van de woorden
Terwijl ik deze blog schrijf, staat RTL Boulevard op de achtergrond aan. Ik hoor de presentatoren de voorbeeldzinnen zeggen (handig die inspiratie). Ze spreken steeds eerst het voltooid deelwoord (blauw) uit vóór het hulpwerkwoord (groen). In spreektaal doen we dat vaak. Maar als je schrijft, kun je de woorden beter omdraaien.
Waarom? Het is de meest natuurlijke woordvolgorde voor onze hersenen. We leren het zo op de basisschool. Onze hersenen verwerken daarom de zin sneller. We hoeven minder te 'puzzelen'. Hoe minder onze hersenen hoeven te doen, hoe prettiger de tekst leest. En hoe meer energie er overblijft om tot actie over te gaan.
Zo lezen de voorbeeldzinnen prettiger:
- Op Instagram zien we hoe Maxime en Leroy vannacht de boel op stelten hebben gezet.
- Meneer wil worden vervoerd met een busje.
- Het gebeurt weleens dat de jurk van A tot Z voor haar wordt gemaakt.
Wist je dat vroeger in het westen van Nederland de volgorde 'is gemaakt' normaal was? In het oosten was dit juist andersom: 'gemaakt is'.